Omdat Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA), gelegen in Borgerhout Extra Muros, de activiteiten en het personeel van Sint-Erasmus in fases zal verschuiven naar andere locaties, zal ZNA Erasmus begin 2025 sluiten. Om het toekomstpotentieel van deze site beter te begrijpen, liet AG Vespa een voorbereidende haalbaarheidsstudie uitvoeren. Deze haalbaarheidsstudie omvat een omgevingsanalyse, een gebouwanalyse en een programma-analyse. Aan de hand van verschillende scenario’s werd de inpasbaarheid en combineerbaarheid van de door AG Vespa aangereikte programmaonderdelen onderzocht.

Naast een brede omgevingsanalyse en het in kaart brengen van de toekomstige transities ter hoogte van de Ringzone, werden op siteniveau alle sterktes en zwaktes in beeld gebracht. Dit ging onder meer over de ontsluiting van de site, de relatie met de Luitenant Lippenslaan, aanwezige restruimte, bestaande en potentiële doorsteken, de afbakening van tussenruimtes, verhardingszones, etc. Al deze aspecten werden overzichtelijk gemaakt in een SWOT-analyse. Een eerste workshop met relevante diensten binnen AG Vespa en het team stadsbouwmeester besprak deze eerste bevindingen en potentiele scenario’s voor programma-invulling.

Vervolgens werd er een bouwtechnische fiche opgemaakt van elk gebouwdeel. We baseerden ons hierbij op beschikbaar planmateriaal en empirische waarnemingen. Elke fiche gaf een overzichtelijke omlijsting van dimensies, beschikbare oppervlaktes, aanwezigheid van faciliteiten en huidige functies. Daarnaast bevat elke fiche een typeplan van de huidige situatie en een plan dat louter de structurele elementen in kaart brengt. Verder werd de technische staat onderzocht en werd de fiche afgesloten met een SWOT-analyse die een doorkijk gaf naar het ruimtelijk potentieel. Hierdoor konden we objectief selecteren welke gebouwen potentieel voor behoud hadden en welke interventies daarvoor noodzakelijk waren. Tevens werd snel duidelijk welke gebouwen weinig herbestemmingspotentieel hadden en idealiter afgebroken zouden worden voor een kwalitatieve herontwikkeling.

Het ontwerpend onderzoek hebben we aangevat aan de hand van drie ruimtelijke benaderingen die werden gekoppeld aan drie programmatorische benaderingen. Deze drie scenario’s werden vervolgens ruimtelijk onderzocht, waarbij de noodzakelijke hoeveelheid aan oppervlakte per programmaonderdeel werd geprojecteerd op de site en typeplannen werden opgemaakt om het potentieel van hergebruik aan te tonen. Uitgewerkte plannen, doorsneden en referentieprojecten droegen bij ter inspiratie. De scenario’s werden opnieuw binnen dezelfde werkgroep besproken in workshopvorm. Per scenario werden heldere conclusies en aandachtspunten geformuleerd en overzichtelijk gemaakt.