Dragende structuren in Oost- en West-Vlaanderen
In de strategische visie uit het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) wordt duidelijk dat ruimte en mobiliteit op elkaar dienen afgestemd te zijn. De kaart met de knooppuntwaarde en het voorzieningenniveau (Verachtert et al., 2016) is een eerste aanzet om deze visie te kunnen hanteren in de praktijk. Via deze studie verfijnen we deze kaart en worden lokale netwerken blootgelegd in West- en Oost-Vlaanderen.
Om lokale netwerken bloot te leggen is er dieper ingezoomd op het niveau van de functionele gehelen. Eerst en vooral dienen deze functionele gehelen bepaald te worden. Dit is gebeurd aan de hand van de verplaatsingsstromen. Binnen een functioneel geheel zijn de relaties, i.e. de verplaatsingen in functie van school, werk, en winkelen, sterker binnen het functioneel geheel dan de relaties tussen het geheel en andere plekken in het studiegebied. Door het functioneel geheel af te bakenen definiëren we meteen ook de ruimtelijke invloedssfeer van de zwaartepunten binnen het netwerk. Nadat de functionele gehelen zijn bepaald wordt er ingezoomd op enkele gebieden om lokale relaties tussen plekken bloot te leggen. De centraliteit van plekken wordt bepaald op verschillende schaalniveaus. Dit leidt tot een gedifferentieerder beeld waarbij ook perifere zwaartepunten worden gedetecteerd met een lokale invloedssfeer t.o.v. het ommeland. Per studiegebied werd een structuurschets opgebouwd waarbij diverse relaties werden blootgelegd. De studie dient als input om gefundeerde beleidskeuzes te maken en ruimte en mobiliteit op elkaar af te stemmen.
Opdrachtgever:
Departement Omgeving
Team:
Atelier Romain
Jaar:
2020