top of page

Woonprogrammatie West-Vlaanderen

Het woonbeleid in Vlaanderen wordt met een aantal grote uitdagingen geconfronteerd, waaronder de vergrijzing, de nood aan nieuwe woontypologieën, de bereikbaarheid van nieuwe woningen, de omgang met juridische bouwvoorraden, een verdichtingsopgave... Allen vergen ze een duidelijk antwoord vanuit het ruimtelijk woonbeleid. Met haar ‘woonprogrammatie’ formuleert de provincie West-Vlaanderen een taakstelling waarin wordt aangegeven welke gemeente welk aantal woningen kan en mag realiseren. De taakstelling is gebaseerd op de confrontatie van demografische prognoses (vraag) enerzijds en de berekening van het bouwreserve (aanbod) anderzijds. Op sommige plekken in West-Vlaanderen is de bouwreserve voldoende groot om aan deze vraag te beantwoorden. In dat geval zijn bijkomende ontwikkelingen niet wenselijk. Is de verwachte vraag echter groter dan het huidige aanbod, dan dreigt een tekort, en worden extra ontwikkelingen actief ondersteund.

Atelier Romain en VUB Interface sloegen de handen in elkaar voor gericht onderzoek ter ondersteuning van de woonprogrammatie. Het onderzoek bestaat uit een demografisch en een ruimtelijk luik. Het rapport start met een demografische studie van de afgelopen taakstellingsperiode 2012-2017. Daaruit blijkt dat de prognoses die enkele jaren gelden werden gemaakt voor die periode een goede voorspelling waren van de werkelijkheid die we intussen kennen. Op basis van de verworven inzichten en recent cijfermateriaal werden ook aangepaste prognoses gemaakt voor de periode 2017-2022 en 2022-2027. De nieuwe huishoudensprognoses voor West-Vlaanderen tonen aan dat de groei quasi uitsluitend in de huishoudenstypes ‘singels’ en ‘koppels zonder kinderen ouder dan 40’ zit, en dat het type ‘koppels met kinderen’ structureel daalt.

In het ruimtelijke luik werden twee aspecten onderzocht die gebruikt worden bij de berekening van de woonprogrammatie: dichtheden en realisatiegraden. Atelier Romain onderzocht aan de hand van een uitgebreide GIS-analyse wat de werkelijke dichtheden zijn van recente woningbouwprojecten in West-Vlaanderen. De resultaten werden uitgesplitst naar type kern, naar type woning en type ontwikkeling. De cijfers tonen aan dat de klassieke 15/25-norm uit het RSV is ingehaald door de werkelijkheid op terrein. Een bijstelling is dus absoluut wenselijk. Ook de realisatiegraden werden onderzocht: het ritme waaraan de bouwreserve uit het register onbebouwde percelen wordt ingevuld.

Een confrontatie van het demografische en het ruimtelijke onderzoek brengt een indrukwekkende opportuniteit voor strategisch ruimtelijk woonbeleid aan het licht. De demografie vraagt in principe geen bijkomende consumptie van de open ruimte voor bebouwing wanneer we uitgaan van voldoende bouwmogelijkheden voor meergezinswoningen binnen het huidige ruimtebeslag door brownfieldprojecten, inbreiding, en vervangbouw. Deze demografische vooruitzichten zijn vanuit ruimtelijk oogpunt een bijzonder dankbaar fenomeen om de ambitie uit het BRV “terugbrengen van het bijkomend ruimtebeslag naar 0 hectare per dag tegen 2040” te realiseren.

bottom of page